TenneT pakt tekort aan engineers aan met opleidingsprogramma

Maaike is Adviseur Resource Management and Development bij TenneT, de netbeheerder die ruim 43 miljoen mensen in Nederland en Duitsland van stroom voorziet. Ze houdt zich bezig met Large Projects Nederland en stond aan de basis van het ontwikkelprogramma voor junior engineers. “Er was behoefte aan engineers, specifiek gericht op energietechniek. Die waren moeilijk te vinden, dus besloten we ze zelf op te leiden”, vertelt Maaike. “Dat doen we dan rechtstreeks vanuit de schoolbanken, zodat we ze helemaal mee kunnen nemen in de hoogspanningstechniek en alles wat daarbij komt kijken bij TenneT.”

Aandacht voor inhoudelijke expertise én soft skills

Bas Barten is trainer en adviseur bij GITP en begeleidt de junioren gedurende de twee jaar dat ze in het Junior Engineering Programma zitten. Bas: “Als juniors binnenkomen in een nieuwe functie, komt er veel op hen af. Op inhoudelijk vlak, maar ook op heel veel andere gebieden waar zij daarvoor nog weinig mee te maken hebben gehad. Ze moeten samenwerken, communiceren over hun ideeën of plannen of anderen meekrijgen in hun ideeën en hun tijd goed prioriteren. Naast inhoudelijke expertise, werken ze in het programma daarom ook aan hun soft skills, waarmee ze hun inhoudelijke vaardigheden nog effectiever kunnen gebruiken in de praktijk.”

“Daarnaast ontdekken ze in die twee jaar hoe het is om te werken bij TenneT”, vult Maaike aan. “Ze onderzoeken diverse disciplines en verkennen zo waar hun kracht ligt, wat ze leuk vinden om te doen en wat niet. Door de ruime opzet van het programma hebben de juniors tussentijds ook voldoende tijd om het geleerde in de praktijk te brengen en zich verder te ontwikkelen.”

Het begint met inzicht

“Voor de start van het traject krijgen de juniors een uitgebreid assessment met online testen, een gesprek op locatie met een assessmentadviseur en een rollenspel” zegt Bas. “Van deze drie onderdelen bij elkaar, maakt de assessmentadviseur een rapport. Dit rapport is een ontzettend belangrijke basis voor het traject”, legt Bas uit. In het rapport staan de krachten, valkuilen, drijfveren en ontwikkelmogelijkheden van de junior. Dat geeft mooie aanknopingspunten voor de rest van het traject.

Bas: “Ik bespreek met de assessmentadviseur ook of er een rode draad zit in de profielen van de groep. Zijn er thema’s die bij alle deelnemers terugkomen? Dan besteed ik hier extra aandacht aan in de training.”

De rol van de mentor

Het programma bestaat uit leerblokken van één of twee dagen, verdeeld over twee jaar. Daarnaast hebben de juniors een aantal coachingmomenten met Bas én worden ze on-the-job begeleid door mentoren van TenneT. “Ook de mentoren hebben een trainingsdag gevolgd bij Bas. Hierin staan vragen centraal als: waar let je op als mentor? Hoe gaat het programma in zijn werk? Wat mag je van je junioren verwachten? Wat mogen zij van jou verwachten en hoe kun je jouw junior zo optimaal mogelijk begeleiden?”, licht Maaike toe. “Wat ik mooi vind, is dat ook de mentoren écht intensief betrokken zijn in het programma. Iedereen is bereid om tijd en energie te investeren in de ontwikkeling van de juniors”, vult Bas aan.

Verbinding in de groep

De tweede groep juniors is nu bezig met het programma. De eerste groep was erg enthousiast en positief. Niet alleen over de inhoud van het programma, maar ook over de opzet en de vrijheid die ze kregen. Maaike: “We geven ze echt de ruimte om te groeien en te ontwikkelen. Ook als ze tot de conclusie komen dat een functie als engineer toch niet goed bij hen past. In zo’n geval kijken we samen hoe iemand op een andere plek binnen TenneT beter past.”

Het groepsgevoel is volgens Maaike ook een uniek bijkomend voordeel van het programma. “We deden altijd al wel learning-on-the-job, maar dat gebeurde vooral versnipperd; elke keer dat we een nieuwe junior aannamen. Nu start er een groep tegelijkertijd en zie je dat de juniors veel aan elkaar hebben. Ze trekken samen op en helpen elkaar verder.” Bas vult aan: “Het programma is heel persoonlijk én duurt relatief lang. Dat zorgt voor verbinding in de groep. Dat werkt heel bevorderlijk tijdens de soft skill trainingen, maar ook omdat ze elkaar op de werkvloer goed kunnen helpen door samen te sparren over dingen waar ze tegenaan lopen.”

Enthousiaste deelnemers en leermomenten

Het blijft belangrijk om verwachtingen goed te managen. Vooral vooraf. “Vooral bij de vorige groep, die midden in de coronapandemie gestart zijn, kwamen vragen naar boven die we van tevoren hadden kunnen tackelen. Zoals wat je nou écht gaat doen als je engineer bent”, zegt Maaike. “Als je zelf veel ervaring hebt in een bepaald vakgebied, kan het voor jou logisch zijn wat zo’n functietitel precies betekent. Maar voor de juniors was dat dus niet het geval. Dat hebben we met de tweede groep beter aangepakt.”

Bas: “Het zijn vooral de positieve reacties van de deelnemers die mij het meeste bijblijven. Als een deelnemer mij vertelt dat hij zo veel geleerd heeft van het traject of dat het hem meer zelfvertrouwen heeft gegeven, dan sta ik wel even extra te glunderen. Dan zie je terug dat alle tijd en energie die wij als begeleiders in het traject gestoken hebben, zich ook uitbetaalt. Dan is één en één ineens drie.”