Misstanden in maatschappij en bedrijfsleven zullen in het jaar 2030 niet meer worden getolereerd, stelt Anthon van der Horst, executive consultant bij GITP. Toezichthouders moeten dus nu alvast een voorschot nemen op de toekomst door alert en kritisch te zijn op (on)gewenst gedrag en de subtiele combinatie van verleiding en handhaving die daarvoor nodig is.
05 jul. 2021
TOEZICHT 2030
Toezicht leek een jaar of twintig geleden vooral een zaak van blanke, grijze mannen, gekenmerkt door achterkamertjesoverleg en een hoog ons-kent-ons-gehalte. Sinds de financiële crisis in 2008 heeft een aanzienlijke aanscherping en professionalisering in de wereld van het toezicht plaatsgevonden. Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot meer aandacht voor de kwaliteit en integriteit van toezichthouders (en bestuurders). Niet alleen worden er meer objectieve kwaliteitscriteria aan toezichthouders gesteld, ook is er meer aandacht voor onder meer selectie en (bij)scholing, toetsing en ontwikkeling.
Zelfverrijking
Het maatschappelijk vertrouwen in toezicht had hierdoor kunnen herstellen. Een aantal incidenten heeft echter roet in het eten gegooid. In de bankensector is er sinds de aanscherping van het toezicht toch weer sprake geweest van allerlei schandalen. Als we journalist Joris Luyendijk mogen geloven – auteur van het boek Dit kan niet waar zijn: Onder bankiers – kenmerkt de financiële sector zich nog steeds door dezelfde zelfverrijkingsmentaliteit. Een mentaliteit die volstrekt vergelijkbaar is met die van de eerdere crisis. Dat veroorzaakt een gevoel van verbijstering en teleurstelling: heeft het aangescherpte externe en interne toezicht deze uitwassen dan niet kunnen voorkomen? Dat is zo onbegrijpelijk, dat we liever denken dat het misschien toch wel meevalt. Want als het echt zo erg was, dan zou er toch wel iets tegen gedaan worden?
Klokkenluiders en criticasters
Of neem de Toeslagenaffaire, die jarenlang heeft kunnen voortwoekeren, ondanks het toezicht van de Tweede Kamer. Zelfs voor leden van de Tweede Kamer bleek het moeilijk om hun toezichthoudende rol op de regering goed uit te oefenen. Klokkenluiders en criticasters werden en worden vermalen in het politieke systeem. Het is lastig, zo niet gevaarlijk voor de eigen positie om zaken fundamenteel aan te kaarten, zoals de behandeling van Pieter Omtzigt heeft laten zien. Het scheelt veel stress om iets mínder kritisch toezicht te houden.
(No) fair share
Een nog actueler voorbeeld is onze slecht inkopende overheid, waardoor een insider multimiljonair is geworden. Een overheid die het toestaat (en zelfs stimuleert) dat grote bedrijven weinig tot geen belasting hoeven te betalen en van een groot succes spreekt, nu de G7 een akkoord heeft bereikt voor een mondiale minimumtaks van multinationals van 15%, terwijl de meeste Europese landen momenteel bóven dat percentage zitten. Het staat in de krant, iedereen fronst de wenkbrauwen en verbaast zich erover. Maar omdat het overheidsbeleid moeilijk door de burger te beïnvloeden is, betalen de meesten met een licht onbehagen de Belastingdienst het veel hogere persoonlijke tarief. Het voelt oneerlijk, maar wat is er aan doen, wie ziet hierop toe?
Glijdende schaal
De noodzaak om als toezichthouder steeds alert blijven op waarden als integriteit, transparantie, gelijkheid, duurzaamheid en respect blijft dan ook volop aanwezig. Een raad van commissarissen van bijvoorbeeld een financiële organisatie waar bezuinigd wordt op de interne controle, moet extra opletten. Of toezichthouders bij een overheidsorgaan waar grote tenders worden vergeven en waar altijd sprake is van budgetoverschrijdingen. Of de profit-organisatie die slimme belastingroutes heeft bedacht. Of productiebedrijven die nóg goedkoper willen produceren en daarom energie van kolencentrales inkopen, in plaats van groene energie. Als er concessies zijn gedaan, zal men vast goed kunnen rechtvaardigen waaróm die concessies zijn gedaan. Het gevaar is echter dat we ons neerleggen bij die concessies en deze de nieuwe norm worden, waardoor we steeds verder afdrijven van de oorspronkelijke norm. Niemand doet bewust concessies aan bijvoorbeeld integer handelen, het is geen actief beleid. Er is echter sprake van een glijdende schaal, waarlangs we in moreel opzicht ongemerkt steeds verder afzakken.
Eigen concessies rechtvaardigen
Veel schandalen beginnen met dit soort concessies, omdat iedereen tegelijkertijd dergelijke compromissen sluit. We zijn geneigd onze eigen concessies te rechtvaardigen en niet meer te evalueren: er moest een besluit genomen worden, de concurrent doet het ook, de Bulgaren maakten eerder ook misbruik van sociale toeslagen, deze bestuurder ken ik als betrouwbaar en hoef ik minder scherp te controleren, bij deze klant is versoepelen van de maatregelen niet zo erg, et cetera.
Waardenvervuiling
We leven in een wereld waarin aantoonbare leugens, misleiding, machtsmisbruik, eigen belangen en uitbuiting van bedrijven en overheden worden toegedekt. Wat doet dat met onze eigen moraal? Misschien halen we onze schouders erover op, zijn we blij er niets mee te maken te hebben en koesteren we de gedachte dat we het zelf veel beter zouden doen. Maar het vertrouwen in het integer handelen van mensen met macht groeit er niet door. En het belang van integriteit wordt niet onderstreept. We bagatelliseren onze eigen concessies enerzijds en anderzijds spiegelen we ons aan een buitenwereld waar veel ergere dingen gebeuren en die onze eigen ‘waardenvervuiling’ doet verbleken. Deze combinatie helpt niet om kritisch de vraag te blijven stellen of de met de mond beleden waarden en normen in de praktijk wel worden toegepast.
Corrumperend compromis
In de praktijk van alledag is het doen van concessies soms noodzakelijk, maar het betekent niet dat die concessie daarmee de nieuwe standaard is. Als we bijvoorbeeld waarde hechten aan sociale gelijkheid en daarom streven naar een gelijke behandeling van man en vrouw, dan is het onbestaanbaar dat in bijvoorbeeld een raad van toezicht de M/V-verhouding niet fiftyfifty is. Misschien is men zelfs wel trots als de M/V-verhouding zeventig-dertig procent is. Een overduidelijk compromis en zeker niet de norm die met de maatschappelijke waarde strookt. Daarmee is het een corrumperend compromis, want dit percentage is een uiting van geaccepteerde ongelijkheid. En als we er met diversiteit mee wegkomen, dan lukt dat waarschijnlijk met álle maatschappelijke waarden. We moeten in het bedrijfsleven en als samenleving dus kritisch blijven en daarin kunnen toezichthouders een actieve rol spelen.
Waardengedreven leiderschap
Wat gaat helpen? Niets minder dan een ethisch reveil. Zoek de Greta Thunberg in uzelf! Waar staat u voor en waar gaat u voor als toezichthouder? In 2030 zal er veel behoefte zijn aan waardengedreven leiderschap. Wees daarom nu al kritisch op compromissen rond maatschappelijke thema’s en streef naar daadwerkelijke positieve verandering in bedrijfsleven en samenleving. Realiseer sociale gelijkheid, bestrijd discriminatie, praktiseer tolerantie (wees alleen intolerant ten opzichte van intolerantie). Opereer duurzaam (en dat betekent minimale milieuvervuiling), werk aan respectvolle omgangsvormen, het welzijn van medewerkers en klanten, et cetera.
Verantwoording afleggen
Neem in het toezicht een voorschot op de toekomst. Worden in 2030 bijvoorbeeld vrouwen minder beloond dan mannen voor dezelfde functie, dan volgt er direct ontslag voor de bestuurder en het voltallige mannelijke management, want dat kan dan echt niet meer. Vervuilt de organisatie onnodig, dan worden bestuurders persoonlijk aansprakelijk gesteld. Niet concessies aan, maar de consequenties van maatschappelijk ongewenst gedrag zijn de norm geworden. Toezichthouders die dit anno 2021 wereldvreemd vinden, zullen in 2030 verantwoording moeten afleggen: waarom zijn ze niet kritisch geweest en hebben ze niet ingegrepen?
Dwang of verleiden
Hoe kunnen toezichthouders (en bestuurders) de omgeving daadwerkelijk beïnvloeden en tot maatschappelijk gewenst gedrag brengen? In China wordt gekozen voor hard handhaven en straf bij overtredingen. De Chinese overheid volgt ieders telefoon en gedrag wordt gecontroleerd. Burgers worden gefilmd, geregistreerd en bestraft bij (kleine) overtredingen. In China lopen burgers in de pas, omdat ze bang zijn voor straf, niet omdat ze zelf overtuigd zijn van de noodzaak van verantwoord gedrag.
De Chinese aanpak willen we hier niet. In plaats van dwang, kan beter gekozen worden voor verleiding, hoewel ook daar ethische risico’s op de loer liggen. Techreuzen als Facebook en Google bijvoorbeeld weten als geen ander hoe zij of hun adverteerders menselijk gedrag kunnen beïnvloeden door middel van oneigenlijke verleiding: ook daar past kritisch toezicht.
Geen vrijblijvendheid
Verleiding laat mensen echter wel meer vrijheid om uit eigen overtuiging te kiezen voor maatschappelijk gewenst gedrag, waardoor het intrinsiek gemotiveerd, oprecht en duurzamer is. Om gewenst gedrag collectief te borgen, moet er echter ook sprake zijn van handhaving van het naleven van de richtlijnen effectief zijn, denk bijvoorbeeld aan het uitdelen van boetes en in bedrijven aan het niet uitkeren van een bonus, het uitblijven van een promotie, of zelfs ontslag voor mensen die zich niet aan de collectieve waarden en normen houden. Gedragsverandering ontstaat dan ook door een combinatie van inspirerend leiderschap (voorbeeldgedrag!), het actief inzetten van het instrument verleiding, plus het verbinden van consequenties aan ongewenst gedrag. Zo merken burgers en medewerkers dat de geformuleerde waarden en doelen niet vrijblijvend zijn.
Wees consequent
In 2030 zullen toezichthouders medeverantwoordelijk worden gehouden (en misschien zelfs aansprakelijk worden gesteld) als het gedrag van organisaties en hun medewerkers niet strookt met de heersende waarden en normen. Neem daarom nu al het voortouw om klaar te zijn voor de uitdagingen van het toezicht van de toekomst: eis dat er heldere waarden en normen worden geformuleerd, doe geen concessies aan gewenst gedrag, maar wees consequent en houd actief toezicht: is het gedrag gebaseerd op de waarden waarin u als mens gelooft en waar uw organisatie voor staat?
Stel jouw vraag aan een van onze adviseurs. We helpen je graag verder!
Bel 088 448 70 00 of plan een adviesgesprek.