‘Help, ik wil niet voor schut staan voor een groep!’ Dat is misschien het eerste gevoel dat deelnemers van een training hebben als ze zien dat er een simulatie met trainingsacteur op het programma staat. Maar de inzet van een trainingsacteur is juist van ongekende waarde om het leerrendement van de training te verhogen. Hoe werkt dat in de open trainingen van GITP?
12 dec. 2023
In het trainingsaanbod van GITP is het 70/20/10 principe van Charles Jennings een belangrijke leidraad. Dit model gaat ervan uit dat 70% van datgene wat je leert komt vanuit ervaring, 20% door met anderen te werken en 10% vanuit theorie. Laura de Vries is trainer en coach bij GITP en onderstreept het belang van ervaringsgericht leren: "Het leereffect bij deelnemers aan trainingen is groter als we daar ook een ervaring aan toevoegen. Door bijvoorbeeld een trainingsacteur in te zetten, gaat de deelnemer de leerstof zelf ervaren en voelt wat het effect van een bepaalde techniek of theorie is. Hierdoor beklijven inzichten beter dan wanneer je er alleen over leest in een boek of het met anderen bespreekt.”
Om die reden hebben de open trainingen van GITP allemaal een element met een trainingsacteur. Laura: “Als het gaat over vaardigheden aanleren is een acteur een zeer effectieve manier van ervaringsgericht leren. Je oefent daarmee echt het gedrag of de vaardigheid, bijvoorbeeld feedback geven of een coachend gesprek voeren.”
Paul Devilee is mede-oprichter van acteursbureau Kapok. Hij werkt regelmatig samen met GITP in trainingen en benadrukt het positieve effect van een acteur op de beleving van een training: “In een training met een acteur heb je de mogelijkheid om de werkelijkheid zo waarheidsgetrouw mogelijk na te bootsen, terwijl het óók een veilige omgeving is waarin je kunt falen en daarvan kunt leren. Het is voor een deelnemer een kans om te oefenen met een specifieke vaardigheid en daar feedback op te krijgen.”
Hoewel de open trainingen een vaste opzet hebben, is het geen one size fits all. “De inzet van trainingsacteurs maakt het een fantastische mogelijkheid om te oefenen met verschillende manieren om de leerstof toe te passen,” zegt Laura. “Er is niet één juiste aanpak. Het draait er vooral om dat de deelnemer tijdens de training een manier vindt die past bij zijn leerwens en leerdoel. Zowel de trainer als de acteur spelen hier een belangrijke rol in.”
Een goede trainingsacteur heeft specifieke vaardigheden om van waarde te kunnen zijn in een training. Hij kan een breed palet aan emoties en gedragingen spelen en zijn spel is interactief. Paul: “Als ik een ontevreden klant speel, is het heel erg makkelijk om in die onvrede te blijven hangen. Maar als de deelnemer het goed doet, moet ik daarop reageren als acteur. Daardoor leert de deelnemer wat voor effect het gebruik van technieken uit de training, bijvoorbeeld goed samenvatten of gevoelsreflecties geven, heeft op de boze klant.”
“De acteur is altijd beïnvloedbaar”, vult Laura aan. “Hij reageert op wat de deelnemer doet. De feedback die je op die manier krijgt, is heel nuttig. De acteur kan heel specifiek teruggeven hoe het kwam dat hij bijvoorbeeld geïrriteerd raakte. Of welk gedrag zorgde dat hij juist tevreden was met de uitkomst van het gesprek. Dat geeft de deelnemer meer zelfinzicht.”
Om goede feedback te kunnen geven tijdens én na de simulaties, heeft een trainingsacteur een helikopterview nodig. Hij kan bijvoorbeeld tijdens een simulatie registreren welke momenten cruciaal zijn voor het verloop van een gesprek en het effect daarvan op de uitkomst. “Een trainingsacteur geeft tijdens de nabespreking feedback op het gesprek. Dat is heel specifiek, bijvoorbeeld op een bepaalde houding die je aannam of een stilte die je liet vallen”, zegt Paul.
De feedback van de acteur én de trainer is volgens Laura heel belangrijk voor de deelnemer: “Het is alsof je een inkijkje krijgt in het hoofd van je gesprekspartner. Soms ben je vooral met je eigen gedachten en gevoel bezig tijdens een gesprek, terwijl het heel nuttig is om te horen wat voor effect jouw aanpak heeft op degene die tegenover je staat.”
Open trainingen hebben een vaste opzet en worden, anders dan bij Incompany trainingen, niet op maat samengesteld. Dat maakt de inzet van trainingsacteurs des te nuttiger. Laura: “Door trainingsacteurs te gebruiken in de open trainingen kunnen we dicht op de praktijk van de deelnemers komen. Ze kunnen hun eigen cases inbrengen en daarmee wordt het concreet en praktisch en sluit het veel beter aan bij de leerbehoefte. Bij een goede trainingsacteur kun je gedrag ‘bestellen’ dat jij lastig vindt en hier in een veilige omgeving mee oefenen. Als je iets doet wat effectief is, wordt dat beloond in het spel en ontstaat er een positieve leerervaring.”
De inzet van trainingsacteurs maakt een training ook diverser en energieker. Een acteur kan goed improviseren en voelt aan wat er nodig is. Paul: “We zetten energizers in als een groep een inkakmomentje heeft of gebruiken oefeningen om de rust juist weer terug te laten keren als het hectisch is.”
Paul licht één van zijn meest gebruikte oefeningen in trainingen toe. “De oefening ‘Hallo, hier ben ik!’ doe ik graag aan het begin van een training. Er hoort een simpele dialoog bij, die ik altijd eventjes oefen met de deelnemers. Ik zeg: ‘Hallo, hier ben ik!’, de deelnemer zegt dan: ‘Ja, dat zie ik’, waarop ik weer reageer met: ‘Oh zie je dat?’. De deelnemer eindigt met: ‘Ja’. Wat er elke keer anders is, is de emotie waarmee ik dit zeg. Bijvoorbeeld vrolijk, geïrriteerd, boos, angstig, wantrouwend etc. Vervolgens bespreken we wat er gebeurt. Je ziet dat gedrag altijd gedrag oproept. Als ik de dialoog op een vrolijke manier zeg, dan neemt mijn gesprekspartner dat over. Tot slot vraag ik de laatste deelnemer om niet te reageren met de vaste dialoog, maar om te vragen naar de emotie die hij bij mij ziet.”
Paul: “Deze oefening brengt heel mooi en snel in beeld dat er verschillende niveaus zijn waarop we communiceren. In plaats van dat je als trainer een half uur bezig bent om het concept van de vier communicatieniveaus uit te leggen, doe je één oefening waarmee deelnemers het direct ervaren.”
De ideale training is een wisselwerking tussen theorie en oefenen. Je leert een nieuw model of een stukje theorie en gaat dat vervolgens in de praktijk oefenen. Met een eigen case of een praktijksituatie van iemand anders in de training. “Voor je brein is deze manier van kennis tot je nemen ook veel effectiever dan drie uur lang luisteren en daarna gaan oefenen”, zegt Paul. “Het beklijft beter, omdat je er direct mee aan de slag gaat.”
Paul: "Het is misschien wel jouw casus, maar daarin worden ook andere deelnemers betrokken. Dat voorkomt ook dat deelnemers achterover gaan leunen als ze zelf geweest zijn. Je kan juist heel veel leren van wat er bij anderen gebeurt. Observeren, ideeën opdoen en dat vervolgens direct toepassen als jij gaat oefenen.”
“Het mooiste wat tijdens een training met trainingsacteur kan gebeuren is als iemand door bijvoorbeeld de feedback tijdens een simulatie, iets over zichzelf leert”, zegt Paul. “Ik had een keer een manager in een training en we deden de ‘Hallo, hier ben ik!’ oefening. Vervolgens gingen we daarop door en bespraken we het belang van echt contact maken. Hij zei na afloop: ‘Ik wou dat ik dit 20 jaar eerder had geleerd. Ik zat altijd zo op de inhoud’ Snapte iemand het niet? Dan ging hij het gewoon nog een keer uitleggen. Hij bleef herhalen. Maar tijdens de training viel het kwartje; het gaat niet altijd om de inhoud. Het gaat om contact maken op verschillende niveaus. Misschien snapt je gesprekspartner de inhoud wel, maar is hij het er gewoon niet mee eens of is er iets anders aan de hand. Dat zijn de momenten die me het meest bijblijven.”
Benieuwd naar de trainingen van GITP?
Stel jouw vraag aan een van onze adviseurs. We helpen je graag verder!
Bel 088 448 70 00 of plan een adviesgesprek.