GITP heeft de afgelopen jaren tienduizenden assessments afgenomen. Op basis van de uitkomsten van deze tienduizenden assessments kan een top 10 samengesteld worden van competenties die het meest geadviseerd worden om te ontwikkelen. In dit artikel aandacht voor de competentie kwaliteitsgerichtheid.
12 apr. 2021
Competenties zijn (in principe) te ontwikkelen. Hoe goed iemand de benodigde competenties kan leren beheersen en doelgericht inzetten, hangt echter van zijn talenten af. Mensen verschillen in talenten. Dat verschil in talenten heeft gevolgen voor de ontwikkelbaarheid van hun competenties. Iemands talenten liggen grotendeels vast. Niet iedereen kan alles even gemakkelijk leren of doen. In het bijzonder je persoonlijkheid en je intelligentie stellen grenzen aan het gemak waarmee je je sommige competenties eigen kunt maken. Anderzijds bieden ze ook juist mogelijkheden om andere competenties sterk in te zetten. Talenten zijn dus een basisvoorwaarde voor resultaten.
Dit kan als volgt weergegeven worden: Talent > Competenties > Resultaat
Maandelijks staat een competentie uit de top 10 te ontwikkelen competenties centraal in de reeks ‘Werken aan….’. Jij kunt als HR-professional, manager of coach werken aan het verbeteren van deze competentie bij je medewerkers. Deze maand de nummer 10: kwaliteitsgerichtheid.
Het volgende komt in dit artikel aan de orde:
Onder kwaliteitsgerichtheid verstaan we het volgende: Hoge eisen stellen aan kwaliteit van producten en diensten en daarnaar handelen.
Gedragsindicatoren vormen de basis van een competentie. Je herkent de competentie kwaliteitsgerichtheid aan de volgende 5 gedragsindicatoren:
Kwaliteitsgerichtheid hangt samen met de competentie Inzet. Namelijk het willen leveren van een meer dan gemiddelde kwaliteit van producten, diensten en resultaten.
Onvoldoende kwaliteitsgerichtheid heeft niet zozeer te maken met het wel of niet vertonen van het gedrag als wel met motivatie. Medewerkers kiezen er zelf voor om bepaalde kwaliteitsstandaards en procedures al dan niet te volgen.
De STAR-methode is een specifieke methode van gedrags- en resultaatgericht interviewen. De methode houdt in dat je door je manier van vragen stellen probeert een zo betrouwbaar mogelijk beeld van iemands optreden te krijgen, ook al was je er zelf niet bij. Dat doe je door volgens een vaste structuur te vragen naar:
- Wat was de situatie (S)?
- Voor welke taak (T) stond je?
- Wat deed je concreet (A = Activiteit)?
- Wat was daarvan het resultaat (R)?
Het is een nuttige manier om gedragsvoorbeelden te verzamelen en een helder beeld te krijgen van die aspecten van gedrag die je gesprekspartner verder kan ontwikkelen.
Hieronder een aantal STAR(t)-vragen, waarmee een coach het gesprek kan starten om concreet gedrag met betrekking tot de competentie kwaliteitsgerichtheid bespreekbaar te maken:
Om iemand verantwoord te kunnen coachen op het managen van een specifieke competentie voor persoonlijke ontwikkeling, moet je informatie hebben over zowel zijn talent voor die competentie als over de mate waarin hij de competentie al in zijn feitelijk gedrag laat zien.
Informeren: De gesprekspartner concrete adviezen geven om informatie te verzamelen of acties te ondernemen die hem kunnen helpen om zelf zijn talent en competentie te managen.
Assisteren: De gesprekspartner persoonlijk en rechtstreeks ondersteunen bij het managen van zijn talent en competentie.
Verwijzen: De gesprekspartner verwijzen naar andere personen door wie of naar situaties waarin hij geholpen kan worden om zijn talent en competentie te managen.
De inhoud van dit artikel is gebaseerd op het boek ‘Coachen op gedrag en resultaat’ van Nico Smid.
Stel jouw vraag aan een van onze adviseurs. We helpen je graag verder!
Bel 088 448 70 00 of plan een adviesgesprek.