Leren en ontwikkelen met traject- en praktijkbegeleiders bij de Forensische Opsporing

Toen Erik een aantal jaar geleden voor de uitdaging stond om een opleidingstraject voor trajectbegeleiders en praktijkcoaches bij de Forensische Opsporingsdienst te realiseren, zag hij dat als een flinke uitdaging. Erik: “Er was op dat moment een achterstand in mensen die al wel aangenomen waren, maar geen opleidingsruimte kregen. Die achterstand moest worden ingehaald. Dat kon alleen door mensen in het veld ook te gaan betrekken als gastdocent en door trajectbegeleiders en praktijkcoaches te ondersteunen in het coachen en begeleiden van jonge, lerende collega's.” Zo was het zaadje voor het traject geplant.

Met een totaal van 65.000 werknemers, is de Politie één van de grootste werkgevers van Nederland. Erik: “Die ga je niet even top-down veranderen. Daar is draagvlak vanuit het werkveld voor nodig. Een succesvolle verandering teweeg brengen is met zo’n populatie dan ook een enorme uitdaging.” Maar dat hield Erik en zijn team niet tegen. “De wens om de academie en het forensische werkveld dichter bij elkaar te brengen, sluimerde al tien jaar toen ik begon”, vertelt Erik. “Niemand pakte door om ervoor te zorgen dat we met opleiding en training investeren in onze mensen, die in de praktijk collega's coachen en begeleiden.”

Generatieverschillen en mentorschap

Maar in één keer de manier van leren en ontwikkelen binnen een organisatie veranderen, is onbegonnen werk. Dat gaat in stappen. De traject- en praktijkbegeleiders binnen de Forensische Opsporing zijn een interessante groep om mee te starten, als je wilt groeien naar een daadwerkelijk lerende organisatie. Erik: “Totaal werken er zo’n 1500 mensen bij de afdeling Forensisch. "Investeer je binnen die zo’n populatie in 200 mensen die een belangrijke rol hebben in coaching en begeleiding, dan heeft dat een enorme invloed op de cultuur van leren en ontwikkelen binnen de hele FO.”

Ontwikkelen in co-creatie
Mechtelt Prins is vanuit GITP projectbegeleider en hoofdtrainer van het traject: “In het traject hebben we natuurlijk rekening gehouden met de verschillende leervoorkeuren, de belasting van het gewone werk en niet te vergeten de verschillende communicatiestijlen. Werken bij de Forensische Opsporing is een veelomvattend vak. Je werkt samen met veel verschillende mensen en krijgt behoorlijk wat heftige situaties voor je kiezen.” De aanpak voor het traject moest daarom staan als een huis. Erik: “We hebben ruim de tijd genomen voor het ontwerp van het leertraject. Dat is echt in co-creatie met het werkveld én GITP gegaan. GITP heeft daarbij constant in het oog gehouden wat onze wensen waren, maar ook uitgezoomd om het doel van het project voor ogen te houden.”

In een proces van continu bijschaven, schrappen en verbeteren is uiteindelijk een traject ontstaan dat 18 groepen lang nagenoeg hetzelfde is gebleven. “De hoge waarderingen vanuit de collega’s die meegedaan hebben, waren voor ons echt een kroon op het werk”, zegt Erik.

Mechtelt: “Ik heb echt het gevoel dat we met GITP door dit project een steentje hebben kunnen bijdragen aan een cultuurverandering bij de Politie op het thema van leren en ontwikkeling. De openheid die we gedurende het traject hebben ervaren en de verbindingen die zijn ontstaan, zijn voor ons enorm inspirerend en waardevol. De co-creatie bij de ontwikkeling van het traject voor ons heel erg gaaf om te doen. Het bewijst dat samenwerken een must is!”

Het grotere geheel

Voor Erik zit de winst bij dit project vooral in het voorbeeld dat dit biedt voor de rest van de organisatie: “Er worden al jaren pogingen gedaan om de academie en het werkveld dichter bij elkaar te krijgen binnen de Politie. Toen we startten hadden we het besef: als dit een succesvol project wordt, is dat een gigantische prestatie die bovendien een enorm effect op de hele forensische organisatie heeft. Dat we dit met collectieve inzet ook écht voor elkaar gekregen hebben is iets wat me altijd zal bijblijven.”

De samenwerking met GITP

“GITP heeft de hele tijd de context, samenhang en het belang daarvan in het grote geheel gesnapt. Ze hebben uitgezoomd en gekeken wat er speelt. Dat vind ik écht onderscheidend en dat maakt dat een traject slaagt”, zegt Erik. Daarnaast prijst hij ook de openheid in de samenwerking en de constante positieve feedback van de deelnemers: “Dat je zo’n constant niveau kan halen op een groep van 180 tot 200 deelnemers is echt knap. De ene sessie was niet beter dan de andere en dat laat echt de waarde van de trainers én het programma zien.”

En nu verder

Hoewel het project nu afgerond is, stopt het hier niet. Erik: “Ik hoop dat dit project als katalysator kan werken om het op veel meer terreinen ook op deze manier te doen. Dit traject was écht pionieren, maar nu is het tijd om te bestendigen. Om de werkwijze vast te leggen in een helder programma dat (relatief) makkelijk te herhalen is bij een andere tak van de Politie en andere doelgroepen binnen de Opsporing.”